De Schim in de koude mist

De Schim in de koude mist

Hoewel we lang hebben kunnen nagenieten van prachtige zonnige dagen, breekt de kou steeds meer en steeds vaker door die zonnestralen heen. De donkere dagen zijn begonnen, en ineens begin ik te niezen. Hatsjie, hatsjie, hatsjie!. Na zestien keer en een hoop gesnotter besluit ik mijn neus te snuiten. Pppfffffttt, hoor ik echoën in mijn oren Ik krijg de behoefte om aan mijn oren te voelen en raak met mijn warme handen mijn oren aan. Jup, die voelen koud. Heerlijk om de warmte van mijn handen te voelen tegen mijn oren aan. Na een paar tellen haal ik mijn handen van m’n oren. Ik pak de kop koffie van de bijzettafel, trek m’n benen onder me op de bank en staar voor me uit met de kop tussen beide handen.

Enkele minuten geleden was ik nog buiten met de honden. Toen ik ‘plasje, doen zei, raasden ze als malloten naar de achterdeur. Ze vlogen nog net niet de bocht uit. Ik gooide de achterdeur open en stapte naar buiten toe. Het eerste wat ik zag, was een prachtige dikke mist laag over de landerijen achter ons huis. Het oogde ook grauwig, donder en mysterieus. Ik verbeeldde me al  snel dat een mens met een lang donker gewaad aan, uit de mist kwam. Het lange gewaad had een capuchon, waardoor het gezicht van het lange mens niet herkenbaar was. Even keek het mij aan en zag ik alleen een glimp van de felle groene ogen. Ik bleef snel staan. Ik wilde wegrennen, maar mijn lijf werkt niet mee. Een rilling gleed over mijn rug. Wie of wat was dit? Ik vond het spannend en toch ook doodeng.

Toen hoorde ik in de verte honden blaffen. Ik schudde mijn hoofd en besefte dat dit een verbeelding was. Kwispelend kwamen de honden naar mij toe gerend. Ze draaiden druk om mijn benen heen. Net of ze wilden zeggen:, “het is tijd om weer naar binnen te gaan, vrouwtje’. Brr mijn lijf voelde koud, ik had het koud. Er hing een vochtige kou in de lucht. Ik besloot samen met de honden naar binnen te gaan en eerst heerlijk op te warmen met een bak koffie.

Na het koffiezetten plofte ik gauw met mijn billen op de bank en trok ik een deken over me heen. Met mijn handen hield ik de warme koffie mok goed vast. Een voor een kwamen de honden bij mij liggen. Heerlijk, zo’n hondenkachel tegen je benen aan.

Terugdenkend aan de grauwe mist over de landerijen en met het gesnotter van net in gedachten, realiseer ik me dat de koude en donkere dagen begonnen zijn. Die vragen om aanpassing van je lichaam en geest. Om niet mee te gaan in de grauwheid van deze dagen, om niet steeds te schikken van de duistere gedaantes in het veld die er niet blijken te zijn, om niet te verdwalen in somberheid. Ga ik wat doen waar ik blij van wordt, wat mij een warm gevoel geeft. Knutselen, met oude boeken. Maar eerst geniet ik nog eventjes van de warmte, de rust en de stilte in huis. Van de warme mok en de honden, die inmiddels half op mij liggen.

Deel het op:

Facebook
WhatsApp
Email